1. Laurens1 Ockhuysen is geboren circa 1560. Hij trouwde Willempje Alberts.
Kinderen van Laurens1 Ockhuysen en Willempje Alberts waren:
2. Claes Laurentsz2 Ockhuysen (Laurens1) is geboren circa 1580. Hij trouwde Aeffgen Hendrickx, dochter van Henrick (Cornelisz?) Hendrickx en Hillichen (--?--). Hij overleed voor 6.3.1659.
Kinderen van Claes Laurentsz2 Ockhuysen en Aeffgen Hendrickx waren als volgt:
(onbekend). Zij was (onbekend) in 1671 in buitenmoeder van het prveniershuis, Woerden.
3. Louris Claesz3 Ockhuysen (Claes2, Laurens1) is geboren voor 1609. Hij trouwde Lijsbeth Jans circa 1632. Hij overleed na 1649.
Hij was (onbekend) na 1609 in schoenmaker.
Kinderen van Louris Claesz3 Ockhuysen en Lijsbeth Jans waren als volgt:
4. Heijndrik Claesz3 Ockhuysen (Claes2, Laurens1) is geboren voor 1609. Hij trouwde Neeltje Roijen.
Hij was (onbekend) na 1609.
Kinderen van Heijndrik Claesz3 Ockhuysen en Neeltje Roijen waren als volgt:
5. Jan Claesz3 Ockhuysen (Claes2, Laurens1) is geboren voor 1609. Hij trouwde Aeltgen Jan van Vreelandt voor 1641. Hij overleed na 28.5.1673.
Woerden was een Hollandse grensplaats bij Utrecht en hoewel dat nu moeilijk is voor te stellen werd er heel wat gesmokkeld in deze contreien.
In het vroegere stadhuis is thans het Gemeentemuseum gevestigd, alwaar de Vroedschapskamer nog in al zijn glorie te zien is.
Op circa 1640 Jan Claesz Ockhuysen woonden in een onbekende plaats; De familie zal zich in Woerden rond 1640 genesteld hebben. Hij was Jan Claesz komt ook voor als Brouwer en eenmaal met de vermelding "in de Keijserscroon", wellicht is dat de naam van de brouwerij en heeft deze zich in Utrecht bevonden daar er later in een testament van ene Jan vd Horst op 12 juni 1725 bij notaris van Gorcum (8618/8) de volgende beschrijving voorkomt:
In Utrecht binnen de stad aan de Noordzijde van het
Oude kerkhoff, daar de huysinge de KEIJSERS KROON genaamt,
het St Ambrosius Gasthuys buijten de Weerdpoort tot
Utrecht competerende Oostwaarts
na 1640. Hij was Opvallend is dat Jan reeds in 1646 lid van de Vroedschapsraad is in 1646. Hij was Behalve brouwer is Jan tussen 1646 en 1673 lid van de Raad van de Vroedschap (Gemeenteraad) in Woerden, met onderbrekingen tussen 1649 en 1667 tussen 1646 en 1673. Hij was kerkmeester, heeft zitting in de Weeskamer (een overheidscollege belast met het toezicht op het beheer van vermogens van weeskinderen) tussen 1646 en 1673. Hij was (onbekend) in 1652 in burgemeester, Woerden. Hij was (onbekend) in 1657 in burgemeester, Woerden. Hij was (onbekend) in 1670 in burgemeester, Woerden. Hij left a will tussen 27.5.1673 en 28.5.1673.
Kinderen van Jan Claesz3 Ockhuysen en Aeltgen Jan van Vreelandt waren als volgt:
Op na 9.4.1704 Aris Jansz Ockhuysen woonden Proveniershuys. Hij left a will op 25.9.1704. Hij left a will op 24.12.1718; Aris testeert zelf voor notaris H van Gorcum op 24 december 1718 t.g.v. zijn drie neven, de zonen van zijn broer Hendrik t.w. Dilovardus, Wilhelmus en Henricus. De andere kinderen worden hier niet genoemd.
Hij left a will op 3.7.1721; Op 3 juli 1721 herroept hij dit testament en sluit alle andere neven uit m.u.v. Wilhelmus. Hij schijnt aanvankelijk nogal een wildebras te zijn. Wat voor beroep Aris had en of hij de schrijfkunst machtig was is niet bekend, hij tekent iedere keer met een afwijkend merktekens t.w;
.
Is ook bekend als Willeye Ockhuysen. Is ook bekend als Gillitje Ockhuysen.
Zij left a will op 1.6.1673.
6. Willem Claesz3 Ockhuysen (Claes2, Laurens1) is geboren voor 1609. A settlement for the marriage hij and een onbekende persoon was made op 5.3.1636; Van de derde broer Willem Claasz is iets meer bekend door een notariële akte van 5 maart 1636 (Notaris Claes Verwey te Utrecht) met huwelijkse voorwaarden, die echter door mijn geringe kennis van het oude schrift en ondanks beloofde hulp nog niet geheel vertaald is(ONA Utrecht inv nr. U 009 b 002). Dit document is het eerste waar handtekeningen op staan en opvallend genoeg wordt er met Brouwer door "onze" tak, maar met van Ockhuijsz en van Ockhuijsen door de aan te trouwen tak getekend. Hij trouwde Claesgen Cornelisdr va Ockhuijsen, dochter van Cornelis va Ockhuijsen en Pertgegen Wilemdr Verweij, tussen 5.3.1636 en 6.9.1636; Het huwelijk dat tussen 5 maart 1636 en 6 september 1636 wordt gesloten levert zo'n 10 kinderen op, waarvan de volgende het overleven.
Hij was (onbekend) na 1609 in brouwer. Hij was Toch weten wij dat Willem, net als zijn vader, behalve brouwer ook wederom schout was van Loenen en tekende met Brouwer na 1609 in schout.
Er waren geen kinderen van Willem Claesz3 Ockhuysen en de onbekende partner hierboven genoemd.
Kinderen van Willem Claesz3 Ockhuysen en Claesgen Cornelisdr va Ockhuijsen waren als volgt:
De echtelieden overlijden waarschijnlijk in Amsterdam voor 3 juni 1697 want dan verschijnt voor notaris W Costerus in Woerden de oud-burgemeester Lucas van Diepen als medevoogd en oom van de minderjarige kinderen.
7. Heijndirk Jansz4 Ockhuysen (Jan3, Claes2, Laurens1) werd gedoopt op 2.8.1644 in Woerden. Hij and een onbekende persoon obtained a marriage license op 4.8.1669 in Woerden. Hij trouwde Maria Jans Guldehoeff, dochter van Jan Dielofszn Guldehoeff en Annitge Wiilemsdr Poelgeest, op 18.8.1669 in Nieuwkoop. Hij is begraven op 14.7.1704 in Woerden.
Hij was (onbekend) na 1644 in diaken. Op 1669 Heijndirk Jansz Ockhuysen woonden Hoffstraat, in het huis, dat zijn vader hem had nagelaten. Hij was (onbekend) in 1674 in gasthuismeester. Hij was in die perode is hij lid van de Raad van de Vroedschap en derhalve schepen ( lid van de Vroedschap, eerst rechtsprekend, later belast met wetgeving en bestuursfuncties). Zijn beroep heb ik helaas nog niet kunnen ontdekken tussen 1674 en 1685. Hij was (onbekend) in 1684 in kerkmeester. Hij was (onbekend) in 1685 in burgemeester.
Er waren geen kinderen van Heijndirk Jansz4 Ockhuysen en de onbekende partner hierboven genoemd.
Kinderen van Heijndirk Jansz4 Ockhuysen en Maria Jans Guldehoeff waren als volgt:
Nazaten van deze tak kunnen nog in Zuid-Afrika voorkomen.
Hij was Wilhelmus was ook een druk bezet man behalve Gerechtsbode was hij Waagmeester, Gasthuismeester en als Hospes(herbergier) van " 't Waapen van Woerden" verkoopt hij gedisteleerde wateren
na 6.11.1678. Op 1742 Wilhelmus Ockhuysen woonden huis no 301/302 (de plaats van het huidige Concordia) volg NZ van de Havenstraat van't Stadhuis af,, naast het schamele Weeshuijs dat ledig staat; Zij hebben ook een huishoudster in dienst.
Hij was (onbekend) na 7.11.1683 in kuyper, stadseiker. De kinderen van laatstgenoemden doen nog een poging erkend te worden als leden van het Engelse koninklijke huis "Stuard." Op 1742 Cornelis Ockhuysen woonden huis no. 19 aan het 1e kwartier; De familie "verwoond niets" in het huis no. 19 aan het 1e kwartier in 1742.
8. Eva5 Ockhuysen (Heijndirk4, Jan3, Claes2, Laurens1) was getuige bij de doop van Eva Ockhuysen op 15.9.1671. Hij/zij was een getuige op een onbekende persoon en een onbekende persoon 's huwelijk op 30.3.1705. Zij overleed op 16.8.1712 in pro deo jaar oud 40.
Op 30.3.1705 Eva Ockhuysen woonden Voorstraat. (onbekend).
Kinderen van Eva5 Ockhuysen en Johannes Verpompen waren:
Opmerkelijk is dat zowel de dochter van de onderwijzer als haar bruidegom de schrijfkunst niet machtig zijn.
9. Claes5 Ockhuysen (Heijndirk4, Jan3, Claes2, Laurens1) is geboren op 5.9.1674. Hij trouwde Josijnge van den Broeck. Hij overleed tussen 1703 en 1714.
Is ook bekend als Nicolaas Ockhuysen.
Kinderen van Claes5 Ockhuysen en Josijnge van den Broeck waren:
10. Heijndrickus Hendrikszn5 Okhuysen (Heijndirk4Ockhuysen, Jan3, Claes2, Laurens1) werd gedoopt op 20.7.1681. Hij and Aletta van der Spelt obtained a marriage license op 15.11.1708. Hij trouwde Aletta van der Spelt, dochter van Jacob Teunisz van der Spelt en Anna Arendsdr Pijnacker, op 9.12.1708 in Zoetermeer. Hij trouwde Maria Jansdr Advocaat op 9.8.1716 in Moerkapelle. Hij overleed op 21.4.1756 jaar oud 74.
Hij left a will op 22.8.1714 in testament. Hij was (onbekend) tussen 1717 en 1755 in lid van de vroedschap. Hij was (onbekend) in 1718 in weeshuismeester tot 1719. Hij was (onbekend) in 1723 in weeshuismeester to 1724. Hij was (onbekend) tussen 1723 en 1755 in enige malen schepen. Hij was (onbekend) tussen 1724 en 1726 in gasthuismeester vab het Barbaragasthuis. Hij was (onbekend) tussen 1725 en 1740 in kerkmeester met enige onderbrekingen. Hij witnessed Op 19 oktober 1725 geeft de Vroedschapsraad van Woerden goedkeuring aan de oprichting van een gilde voor "Timmerluyden, Metselaars, Raademakers, Schrijnwerkers, Wieldrayers, Schaave- en Boorhoutmakersgilde".
Deze vereniging van vakgenoten in de bouw wordt meestal als timmermansgilde aangeduid en heeft in Woerden bijna 75 jaar bestaan. Gedurende deze periode zat er meestal wel een lid van de familie Okhuysen in het bestuur.
Was Hendrik de eerste decaan, bij de opheffing, eind 1798, zat er een nog een Fredericus Johannes Okhuysen als hoofdman in het bestuur.
De gildekist is overigens nog in het stadsmuseum (het voormalige stadhuis) te bezichtigen
op 19.10.1725 in Woerden. Op 1742 Heijndrickus Hendrikszn Okhuysen woonden huis no 26 ad Westzijde van de poort af; Hij woont 1742 huis no 26 ad Westzijde vd Rietvelderstraat van de poort af, is eigenaar en heeft een dienstbode. Ook bezit hij in 1742 huis No 3 vd Houthorst en de Moslanden beginnende op 't Jaagpad buiten de Rietveldpoort in gebruik voor de Houtkoperij. Hij was (onbekend) voor 21.4.1756 in Hoofdman (bestuurslid).
Kinderen van Heijndrickus Hendrikszn5 Okhuysen en Aletta van der Spelt waren als volgt:
Er waren geen kinderen van Heijndrickus Hendrikszn5 Okhuysen en Maria Jansdr Advocaat.
11. Mighiel5 Ockhuysen (Heijndirk4, Jan3, Claes2, Laurens1) werd gedoopt op 11.12.1689. Hij trouwde Jannije de Koen op 12.2.1719 in Woerden. Hij overleed op 30.3.1726 jaar oud 36. Hij is begraven op 4.4.1726.
Hij was (onbekend) na 11.12.1689 in timmerman. Op na 12.2.1719 Mighiel Ockhuysen woonden Voorstraat. Hij was (onbekend) op 30.10.1725 in ondertekent de gildebrief. Op voor 30.3.1726 Mighiel Ockhuysen woonden buiten Rietveldpoort op't Zandpad. Hij left a will op 30.3.1726; Nog op zijn sterfbed, op 30 maart 1726 des snags de klokke omtrent elf uuren, testeren Mighiel en Jannitje voor Notaris Willem van Vianen.
Kinderen van Mighiel5 Ockhuysen en Jannije de Koen waren als volgt:
12. Maria6 Okhuijsen (Heijndrickus5Okhuysen, Heijndirk4Ockhuysen, Jan3, Claes2, Laurens1) was getuige bij de doop van Maria Okhuijsen op 9.9.1710 in ned.ger., Woerden. Hij/zij was een getuige op een onbekende persoon en een onbekende persoon 's huwelijk in Woerden op 23.10.1741. Zij overleed op 21.5.1779 in Haastrecht jaar oud 68. Zij is begraven op 27.5.1779 in Haastrecht.
Zij was getuige bij de doop van Hendrik (Jacobzn) Okhuijsen op 11.5.1735 in ned.ger., Woerden. Zij was getuige bij de doop van Aletta Okhuijsen op 30.3.1736 in ned.ger., Woerden. Zij was getuige bij de doop van Johannes Jacobzn Okhuysen op 10.3.1737 in ned.ger., Woerden.
Kinderen van Maria6 Okhuijsen en Dammes Drost waren:
Zij left a will op 8.9.1763; Hun dochter Aletta testeert 8 september 1763 voor Notaris Cornelis Jacobi in Rotterdam met Lambertus Vincentius Ledeboer, koopman, zoon van Bernardus Ledeboer predikant te Hellendoorn en Anna Siebilla Lippenhof.
13. Jacob Hendrikszn6 Okhuysen (Heijndrickus5, Heijndirk4Ockhuysen, Jan3, Claes2, Laurens1) is geboren voor 31.8.1712 in Woerden. Hij werd gedoopt op 31.8.1712 in ned.ger., Woerden. Hij trouwde Annigijn Jansse Verhoeff, dochter van Jan Corneliszn Verhoeff en Trijntje Cornelisdr Outshoorn, op 15.8.1734 in classis can fl 30.-. Hij trouwde Beatrix van der Geer, dochter van Claas van der Geer en Neeltje Jans Boon, op 10.11.1745 in Moordrecht. Hij overleed op 22.11.1777 in aangifte fl 30.-. Hij is begraven op 26.11.1777 in Moordrecht; en als lidmaat begraven wordt aldaar voor fl 17.2.- op 26 november 1777 in het koor van de kerk onder No 39, waarbij 2x beluijd wordt met beide klokken 't beste kleed is gebruikt en met het verzoek van de familie om een plaats open te houden, heeft hij heel wat uitgehaald.
Per 31.8.1712 is ook bekend als Japik Okhuysen. Was dus de tweede Jacob. Hij was pas twee jaar oud toen zijn moeder overleed en nog geen elf jaar bij het overlijden van zijn stiefmoeder. Misschien dat dit van invloed is geweest op zijn karakter. Eerst leert hij het timmermansvak bij zijn vader, maar wordt later Impostmeester. Iets meer over de Impostmeester Jacob/Japik Ockhuijsen
De verbruiksbelasting of accijns werden in die tijd gepacht door z.g. Impostmeesters. Dezen betaalden aan de Staten van hun provincie een afgesproken bedrag (meestal de meestbiedende) en inden vervolgens deze belastingen bij de verbruikers.
De wijze waarop was vaak van een laag allooi en leidde uiteindelijk tot het z.g. Pachtersoproer in 1748.
De manier van werken van Jacob en zijn klerk Marinus de Lange, die o.a. gebruik maken van de diensten van Teunis van Maastrigt, die als oppasser of verklikker bekend staat, wordt regelmatig beschreven in Notariele acten uit die tijd.
In ieder geval staat vanaf 1737 Anna Verhoef(f) iedere drie maanden garant voor Jacob met betrekking tot zijn werk als Impostmeester. Behalve in Woerden en Leijden heeft hij waarschijnlijk ook in Oudewater als zodanig opgetreden.
Hij is o.a. Pachter van het zegel, Pagter van 't Gemaal in Woerden 1737 -1740, Pagter van Koffy en Thee in 1748.
Tussen 1742 en 1745 schijnt de familie in Koudekerke te wonen, Jacob wordt voor fl. 60,-,- aangeslagen bij de verponding ( een onroerend goed belasting). Wellicht is Anna Verhoef daar overleden en verhuist hij naar Leiden.
Op 28 juni 1749 machtigt hij Cornelis van der Vaart te Woerden om voor hem en zijn compagnons de openstaande Imposten tot aan de dag van de afschaffing te innen met een notariele acte voor Not. Willem van Vianen (No. 48).
Over het pachtersoproer is heel wat geschreven en uit een aantal publikaties laat ik hieronder enige fragmenten volgen:
Pamflet 17902 (Kon. Bibl.).
Korte Schets der Lieve Leidsche Pachters in hun Schrikkelijk Schrikkel-jaar MDCCXLVIII
Gedrukt te Vennip, by Tiebe Juvenalima.
Pag. 4.
J. Okhuizen
Okhuizen wist de rol zo kunstig na te spelen
Va Vander Kok, dat d'een den aar in alle deelen.
Zo net geleek, als of van 't hooft tot aan de teen,
Zij beide waren juist uit eenen vorm gesneên,
't Geen dees' niet wist, leerd hem den ander: ô wat lagen'
Bedenkt een Pachter niet om Burgeren te plagen?
Omtrent twee jaar, sloeg hy de Mee twee stuivers op
De stoop, maar dit bestaan druipt hem nu op zyn kop.
Uit het Dagboek van een Leidenaar uit den jare 1747 + 1748.
(Leidsch jaarboek 1917 blz 97 t/m 127)
17 Juny "op een maandag namiddag de klok ruym 1 uur" begonnen de relletjes bij het huis van de pachter Leendert Stipriaan aan de Nieuwe Rijn beneden de Visbrug waar ook de herberg "3 haringen" gevestigd was.
Om 2 uur was het volk niet langer te houden en drong het huis binnen, alwaar men letterlijk alles vernielde op de bijbel na. Een bekend schilderij van Pieter Cattel geeft een goed beeld van deze gebeurtenissen.
Na Stipriaan, de pachter van het Branthout trok de meute naar Cornelus van der Cok die pachter was van het Gemaal, van de Wijnen en Gedisteleerde Waateren, wonende op de Nieuwen Ryn bij de Hooigracht.
Daar er een patrouille langs kwam om het huis van deze "Opperpagter" tegen verdere vernieling te bewaken, ging men op zoek naar andere plaatsen.
"Doe het gemeene volk nu versteeken was van het huys van van der Kok, soo gingen sy met groote furie op het huys van den Pagter Jacob Okhuyse aanvallen, dewelke Pagter was van de Koffy en Thee, welke woonde op de Hooglantsekerk Graft, regt over het Weeshuys, alwaar het Jan hagel aanstonds op de deuren en vengsters begonnen hebben te stormen, en alle de glaasen van buyte in te goojen. Doe heeft het Jan hagel een stormpaal bekomen die sy met haar stuk of 8te meede op de deur bombardeerden, soo lang tot dat de deur begon te kraaken, en te deynsen.
Doe sy na gedagten in huys soude hebben gekomen zoo wiert door het volk dat van binnen in huys was, een snaphaan afgeschooten, alwaar een koogel op sat, die door de deur vloog regt in de aptekers huys maar geen ongeluk heeft toegebragt, dat duysent wonders is. Want imant gemakkelijk souden hebben kunnen raaken. Over het schieten van deese kogel wiert het gepeupel verbaast en retireerden van het huys af."
Daar er ook hier een patrouille erger probeert te voorkomen trekt de meute naar het huis van de Pachter van de Booter genaamd Couwenhoven, die het vorige jaar nog Pachter van het Turf was geweest. Daar ging men tot diep in de nacht door.
Op 20 juni wordt het huis aan de Rijn bij de Hooigracht van Van der Coc opnieuw en nu grondig gemolesteerd.
In het gemeentearchief van Leiden bevindt zich onder nr 37592 een afbeelding van Fines, die de schoorsteen van het huis aan de Hooigracht van de Pagter Ochuizen vernielt. Volgens dit verslag zou echter eerder het huis van Van der Kok in aanmerking komen.
Hiervandaan ging men "springende naar den Pagter Jacob Okhuysen op de Hooglantse kerk toe gingen, die sy voor de 2 de maal eens gingen besoeken. Deze P. of anders gesegt deese respective heer, dewelke syn leven een timmermans knegt is geweest en van seer geringe afkomst. Maar hy door een andere baas, dewelke al genoemt is in het voorige op den troon geset. Aanschout deeses respective heer synes levenswijs. Hy was voor het eerst seer britaal kwaad'aardig en ten tweede soo sprak hy tegen syn debiteurs als een leeuw of tyger. In syn ommegang was hy als een onbeschoft dier, ja nog goddelooser en onreedelyker als de duyvel selve. Ten derde soo mogt hy liever een†. Of een ander man syn vrouw sien als syn yge wyf, want hy van syn leven daar van afgeloopen, soo dat men kan denken wat voor een braaf slag van een man het was.
Om by deese histori te blyven soo neeme ik een uytleg hoe dat het graau by hem heeft huys gehouden. Sy kwaamen voor het huys omtrent 2 uuren, begonnen het dapper te bestormen met stormpalen, het goojen van steenen als andersins, soo dat sy er heel ras in huys kwaame. Sy daar in synde soo ging het canailje eer dat sy aan het werk ginge in het salet met malkaar in de ronte eens heldertjes dansen. Dat gedaan synde soo gingen sy alle het werk
verrigte net op die manier als by van der Coc, alwaar sy de kat uyt een der vengsteren hebben opgehangen. Maar het ging by Okhuysen nog alsoo slim met alles te verdistustulueeren. Wat los en vast was, ja selvs de stallinge die op de Middelweg uytkomt is niet ontsien. Maar sy hebben de phaetons, chiesens, arresleden allegaar tot spaandere en tot gruys gemaakt,en soo verders de stallinge met al het gereedschap. Maar de paarden waaren geborgen, anders souden die stomme dieren het ook hebben moeten besuuren na gedagten. Ook heeft het gemeen kragdaadig veel wyn in de kelder gevonden, waar van sy soo vreeslyk soopen, dat veele van die plunderaars als beesten in huys of op straat gevonden wierden. De klok over halv 3 uuren trok een party van de plunderaars uyt het huys en marscheerden al aan, singende en springende na het huys van den Pagter Arent van Bleyswyk."
Later op de avond werd ook het huis van o.a. Jacob Nolla, synde een vleeshouwer, hebbende correspondentie van de Pagt over het Beestiaal met Jacob Okhuysen, welke woonde op de Haarlemstraat op het hoekje van de Maare, onder handen genomen.
In de pamfletten 17879, blz 61 en 64 en 17880 blz 42 , 43, 49 en 50 (Kon. Bibl.) worden bovenstaande gebeurtenissen ook beschreven met als aanvullingen, dat de Hooglandsche Kerkgracht zelf gedempt was en men de huisraad e.d. naar het water moest slepen.
Er schijnt ook één kamer, waar de voornaamste meubelen waren ondergebracht, niet gevonden te zijn door de plunderaars, "daar dien dezelve als verborgen getimmert was".
Jacob schijnt dus toch wel wat opgestoken te hebben als timmermansknecht.
Al was hij niet van zo'n geringe afkomst als omschreven, zijn karakter zal best wel overeenkomen met het bovenvermelde.
In 1749 zou dezelfde Jacob overigens achtduizend gulden aan schadevergoeding ontvangen.
Op 14 Mey 1749 gaat Jacob voor Notaris Mattheus Sonmans te Moordrecht een Societijt en Compagnieschap aan voor 2 jaar en zeven maanden met Jan Smits en Mej Cornelia Boon voor een Korenwasserije en negotie aan het Oosteijnde van het dorp Moordrecht Zuidzijde Hooge Schielandsen Zeedijk, Pakhuyzen, Zolder en Erven tegenover wasserije aan de Noordzijde van 23 sept. 1748 tot 22 april 1751.
In 1750 is hij daar reeds gecommiteerde en haalt op 20 november samen met de heer Kelk de pas benoemde schout van het Ambagt Moordrecht de heer Philippus Muijters in en biedt hem de "eerewijn" aan (R'dams jaarboekje 1972 blz 148-150).
Hij bezit sinds 15 juni 1753 ook in Rotterdam een huis en wel aan het Steiger bij de Zeeuwsche Koornmarkt ten Oosten van No. 11 genaamd "Het Curasousche Jagt", waarde ong. f 6.000,-- uit de erfenis van Jacobus Vermaet (+ Den Haag 22-11-1750), tevens f 4.586,-- zijnde 1/5e deel bestemd voor Beatrix vd Geer.
Ook zoon Nicolaas krijgt f 3.200,- hiervan.
Op 22 april 1754 verkopen Jacob/Beatrix voor Notaris Corn. vd Looij o.a. een obligatie van 2000 Ponden Capitaal t.l.v. Gemeeneland v Holland en Westvriesland op een open naam of in blanco van dato den 7 April 1705 Fo 5385 gegt. den 15 Juni 1705 No 4620 regt fo N 82.
Op 3 oktober 1777 worden de echtelieden, als goede Christenen, lidmaat op belijdenis te Moordrecht.
Jacob Okhuijsen en Mej. Beatrix van der Geer testeren op 3 November 1777 (Doc. 101 blz 551 enz. Ona 43-813) voor Notaris Cornelis Brack te Gouda.
Hij laat heel wat na aan zijn kinderen uit het 2e huwelijk.
De zonen uit zijn voorhuwelijk t.w. Hendricus en Johannes worden niet vergeten, maar slechts summier genoemd in dit testament waarvan de tekst als bijlage is toegevoegd.
Een niet onaardig einde voor de voormalige Impostmeester.
Kinderen van Jacob Hendrikszn6 Okhuysen en Annigijn Jansse Verhoeff waren als volgt:
Per 10.3.1737 is ook bekend als Johan Okhuysen. Hij was Hij is Notaris en Procureur, lid van de Vroedschapsraad, Burgemeester en enige malen Schout-Civiel na 10.3.1737. Hij was (onbekend) in 1764 in Heer van Teccop. Hij was (onbekend) na 1795 in secretaris van Teccop. Op 1811 Johannes Jacobzn Okhuysen woonden Haastrecht.
Kinderen van Jacob Hendrikszn6 Okhuysen en Beatrix van der Geer waren als volgt:
Hij is wel de meest succesvolste van alle familieleden. Volgens De Rotterdamsche Courant No. 103 van 28 Augustus 1787 hebben de Staten van Holland en Westvriesland geëligeert enige Personen w.o. Nicolaas Jan Okhuijsen als "Welgeboren Mannen". Hij is o.a. korenhandelaar, koopman, Maire (Burgemeester) van Moordrecht, Representant in het parlement, tussen 1795 en 1814. en heeft zitting in haast iedere commissie.
Hij was (onbekend) na 1780 in koopman en secretaris van her revolutionair comité.
Zij was confirmed op 9.4.1772 in Moordrecht. Zij voert koningskronen in haar wapen. Zij left a will op 29.6.1782 in Utrecht; testament, in het Engels.
Hij was (onbekend) in 1779 in werkt bij zij halfbroer op het notariskantoor. Hij was (onbekend) in 1780 in kaashandelaar, Woerden. Mr. Reitz is op 5 oktober 1812 curator voor hem bij Notaris Bredius.
14. Hendrik (Jacobzn)7 Okhuijsen (Jacob6Okhuysen, Heijndrickus5, Heijndirk4Ockhuysen, Jan3, Claes2, Laurens1) is geboren voor 11.5.1735 in Woerden. Hij werd gedoopt op 11.5.1735 in ned.ger., Woerden. Hij was engaged op 31.5.1759 in Haastrecht. Hij trouwde Katrina Leeuwenhoek, dochter van Lambertus Adriansz Leeuwenhoek en Maria van Leeuwen, op 17.6.1759 in thuis, Haastrecht; thuis, voor de secretaris (volgens aantekening van 18.6.1759. Hij overleed op 10.6.1803 in Lommerstraat boven de glasenier, Rotterdam. Hij is begraven op 15.6.1803 in Zuider Begraafplaats, Rotterdam.
Hij was getuige bij de doop van Alette Okhuijsen op 4.10.1750 in ned.ger., Moordrecht. Hij left a will op 30.4.1758 in ONA 43 inv. 793 akte No 13 (fol 87), Gouda; legateerd Een Duijsent gulden aan Catharina Leeuwenhoek, dochter van Lambert Leeuwenhoek en benoemd als Eenige universele Erfgenamezijne stiefmoeder Mej. Beatrix van der Geer. Van deze oudste zoon van de impostmeester is het minste bekend. Broer Johannes en de kinderen uit het tweede huwelijk doen veel gezamenlijke zaken, maar Hendrik wodt nooit genoemd. Waarschijnlijk groeit hij op bij zijn tante Maria Okhuijsen, die met Dammas Drost was gehuwd. Hij huwt dus op 24 jarige leeftijd in Haastrecht met de 27 jarige Catharina van Leeuwenhoek, een telg uit een rijk en oud geslacht en verwant aan de bekende Anthonie van Leeuwenhoek. Haar broer bewoonde een boerderij an Goejanverwellesluis waarin 1787 prinses Wilhelmina werd vastgehouden en over o.a. deze, nog steeds bestaande, boerderij zijn nog vele processen gevoerd. Hij left a will op 20.7.1759 in ONA Oudewater 1951 f.83, Oudewater. Hij left a will in 1775 in ONA 43 879 akte 79 blz 442, Gouda. Hij Johannes de Wit, marktschipper te Oudewater, tussen Oudewater en Utrecht, voert een proces contra Hendik Ockhuize wonende te Haastrecht.
Deze Johannes meent ten onrechte geciteerd te zijn door Hendrik voor het gerecht op 30.4.1790 in Stadsgerecht, Oudewater. Hij Op 16 maart 1797 krijgt hij van Schout en Burgemeesteren van Haastercht een akte van indemniteit (pro deo afgegeven) voor zichzelf, zijn echtgenote en de drie zonen. Hij komt daar niet aan, doch duikt op in Rotterdam met de twee jongste zonen en van Catharina Leeuwenhoek wordt helemaal niets meer vernomen. In tegensatelling tot zijn broers en zussen is Hendrik op een of andere wijze zijn kapitaal kwijtgeraakt en moetsten zijn kinderen op een andere manier aan de kost zien te komen. Of Hendrik was wel erg enthousiast over de gedachten "Vrijheid, Blijheid en Broederschap" en werd proletarier (hij die slechts nageslacht bezit). Feit is dat er van Hendrik nog steeds nazaten rondlopen, (waarvan Theo, de schrijver er een is) maar de takken van zijn broeders uitgestorven. In het Rotterdamse adressenboek vindt men: op 14 juni 1803 een Hendrik Ockhuifen, in de Lombertstraat overleden, hij zou 40 jaren oud zijn. Gezien de trouwdatum, manier en geboortedatum van het eerste kind was het een race tegen de tijd. Lagen de diverse families dwars, of wilde Hendrik niet voor zijn daad uitkomen? De echtelieden komen in Haastrecht en omgeving niet voor in de notariele archieven, dus voorlopig blijft het gissen op 16.3.1797. On 15.6.1803 zijn name was legally changed to Hendrik Ochhuijsen weduwnaar Catharina Leeuwenhoek.
Er waren geen kinderen van Hendrik (Jacobzn)7 Okhuijsen en de onbekende partner hierboven genoemd.
Kinderen van Hendrik (Jacobzn)7 Okhuijsen en Katrina Leeuwenhoek waren als volgt:
Hij was en in tegenstelling tot zijn broeders wel succesvol. Hij komt zo vaak voor in de notariele archieven, dat een aparte beschrijving wel op zijn plaats is na 13.3.1768 in meester-timmerman, later rentenier, is poorter van Rotterdam, ongehuwd. Hij werd genoemd in het testament van voor 11.11.1809. Lambertus komt voor op 11 November 1809 (ONA3835/591) bij Notaris Joh. vd Wate te Cool in het testament van Mejuffrouw Jacoba Haffner weduwe Nicolaas Verkade, eveneens wonende aan de Goudschesingel.
Zij vermaakt aan Mej. Cornelia Boerman en Jacobus Petrus Du Pont diverse zaken en aan Lambertus Ockhuyzen, Meester Timmerman Een Bed, Peuluw, Vier Kussens, Drie Dekens en een Spreij alsmede het Porceleine Stel van het Cabinet bestaande in Drie Extra grote Kommen en vier dito kleijnderen, Hem nog, Een Zilver, Theebos.
Duidelijk is te zien dat de letter C overal bij de naam Okhuyzen is ingevoegd.
Op tussen 1811 en 1820 Lambertus Okhuijsen woonden Goudsche singel wijk o no 69, Rotterdam. Hij kocht samen een huis Jan Hendrik Onderberg (onbekend) op 27.11.1811 in mr metselaar. Op 27 July 1811 koopt hij samen met Jan Hendrik Onderberg, Mr Metselaar een Huis, Bovenwoningen en Erve aan de Oostzijde van de Lombertstraat. Protocole geregistr No 2203, Verponding Wijk M of H No 81. Hij left a will op 8.11.1820 in NA 288-1150; Op 8 November 1820 maakt hij een testament (NA 288-1150) waarin zijn oudste zuster niet genoemd wordt, maar Maria, dan gehuwd met Arie van Gent wel 3/4 krijgt uit de opbrengst van het pand Kipstraat en ¼ van Het Zand (wijk K No 125). Hij witnessed the biography of Willem Christiaan Rehr: (onbekend). Hij verkoopt 2 februari 1822 een huis en erf aan de voorzijde van de Schotse Steeg aan ene Willem Christiaan Rehr. Op 22 April 1823 (NA 291/321) koopt hij van Juffrouw Maria Neletta Holsteijn, die ook aan de Goudschesingel woont maar op nr 20 een Huis en Erve aan de Westzijde Kapitein Imansteeg, ten N Johannes Christiaan Wegenes, ten Z Hendrik van Biel, strekkende tot achter aan Petronella Halman, weduwe Dirk van Wanum ter ouder Stadsprotokolle gev op No 3481 en kohiere der Grondlasten bekend Sub Lett. M No 285 aangeslagen voor f 17,- voor 8 deuren en vensters op de eerste en de tweede verdieping. Leonardus O Goudschesingel even buiten de Goudsepoort koopt 28-09-1824 (ONA 398-812)Goudschesingel staande en geleegen ten O Anthonij de Booij ten W- Hendrik Schaberg, strekkende voor van de singel tot achter met het plaatsje aan de Grond of Erf van de Bleekerij genaamd De Dubbele Gieters, behoorende aan het Algemene Stads Armenbestuur, Wijk O No. 57 oude stadsprotocollen No 1511 of 1512 of 1522 As A, buiten aangeslagen 1824 fl 16,91. Op 18 Meij 1824 leent Lambertus Okhuijsen. Goudsche Singel Wijk O No. 57 even buiten doch onder Jurisdictie dezer Stad tweeduizend en achthonderd Nederlandsche Guldens van honderd cent aan Aart Schiebaan jr, Timmerman en diens echtgenote Sara van Beering.
De 26 Januari 1828 voelt hij zich zeker niet zo goed , want er wordt een testament gemaakt (NA 297-74 en 75), hij woont dan aan de Kleine Spuy achter de Noordmolen wijk L No 681 binnen de Stad.
Zijn zuster Anna Okhuysen, weduwe Trim(zonder p geschreven) en haar erfgenamen krijgen f 6.000,--.
Maria krijgt f 100,-- en per week f 6,-- van haar broers Jacob en Johannes, die dit moeten betalen uit de opbrengsten van de diverse panden, die derhalve niet mochten worden verkocht zolang Maria in leven was.
Ary van Gent kreeg alle kleren van Lambertus.
Jacob zou de panden: 1e Lombertstraat wijk H No. 31, Houttuin wijk L No. 159, Princestraat wijk J No. 155 en de Kapitein Imansteeg (Wijk C ?) No. 285 erven.
De panden Princestraat wijk J No. 302, Groot Kipstraat uitkomende werken achterste gedeelte en de Steeg wijk K No. 125 zouden naar Johannes gaan.
De panden Kleine Spuy L 681, Baansteeg achter het verbrande Klooster wijk L No. 572 en de Pietersteeg wijk L 647 moeten worden verkocht.
Aan de huishoudster Neeltje van Vianen wordt f 2,50 per week uitgekeerd en zij mag nog 3 maanden vrij wonen in het huis met gebruik van de meubelen.
Hoewel het na 1795 verboden was om in de kerk begraven te worden werd dit nog op ruime schaal gedaan en ook Lambertus had dit opgenomen in zijn testament en wel als volgt: "Bijzetting in de Prinsekerk indien zulks dan nog mogelijk zal zijn op deftige wijze en alleen de beide broeders aanwezig op het begraven.
Tot het sterfhuis mag niemand toegang verstrekt worden.
Tot uitvoerder wordt benoemd Dammes Ledeboer, Koopman.
Dit duidt erop, dat er toch contacten bestonden met de rest van de familie.
Hij leent veel geld uit. Op 7 juni 1833 erft hij een Vriese klok van Neeltje van Vianen (notaris v Rijn ONA 304/589/590).
Op 24 October 1837 wijzigt hij opnieuw zijn testament voor de Notarissen PS Sander en WJ v Rijn (NA 313 blz. 368 t/m 371) akte 340, hij is dan Rentenier en Grondeigenaar wonend Kleine Spui bij de Noordmolen wijk S No. 681, helaas is het schrift zo peuterig, dat ik er niet uit kan komen en is het maken van een afdruk ook niet zo makkelijk. Op 24.10.1837 Lambertus Okhuijsen woonden Kleine Spui bij de Noordmolen wijk S no 681, Rotterdam. Hij was (onbekend) op 24.10.1837 in rentenier en grondeigenaar, Rotterdam. Maar Lambertus Okhuisen, wonend Kleine Spui over de brouwerij "De Lelie" bij de Noordmolen wijk L No 681, maakt op 17 juni 1842 voor Not. Pierre Gerard Dalen (NA 568), die kantoor houdt aan de Westzijde van de Leuvehaven, weer eens een nieuw testament.
Aan zijn broeder Johannes en diens eventuele wettige afstammelingen:
de mahonijhouten Secretaire, een groote Spiegel met vergulden lijst, een bed, een peuluw en twee kussens, een grooten bijbel, een zilveren bril met een zilveren brillenhuisje, een zilveren kurketrekker en vier kleine Schilderijen. Voorts direkte afbetaling van een nog openstaande schuld t.l.v. Johannes ad f 682,60 aan Antoij Stip, Fabrikant te Veenendaal.
Aan Anna Koekkoek te Leijderdorp, dr van Hermanus Koekkoek en wijlen Pietertje Trimp
(dr van + Anna O) in echt met + Teunis Trimp verwekt f 1.000,--
Aan Catharina Trimp (dr v + Anna O) echtgenote van Ary van der Winden wonende Westveensche brug boven Gouda elk f 1.000,--.
Aan Alida Trimp (dr v + Anna O) en aan Jacob Vis, Meestersmid onder Reeuwijk over de kerk van Sluipwijk elk f 1.000,--. Ook aan Jacob Vis een gouden horologie met gouden ketting zoals door Testateur gedragen, de ronde tafel met koffijvaas, Staande op de bovenkamer met de kopjes en Schoteltjes gewoonlijk erop staande, de groote Spiegel met de vergulden lijst, welke boven de tafel hangt en vier schilderijen daar hangende en nog eens f 500,-- aan Jacob Vis.
Aan de dienstmaagd vermits meer dan 6 maanden in dienst zijnde en geen ontslag heeft genomen f 50,-
Aan Barbier Klunk op de Salakade ( de huidige Slaak) voor veeljarige dienst een gouden tienguldenstuk
Tot Algemeen Erfgenamen worden aangesteld zijn broeder Johannes of afstammelingen voor de ½ en de andere helft in 3 parten voor de zonen van de reeds overleden broer Jacob t.w.: Jacob, Johannes en Hendrik.
Zij krijgen 20 jaar alleen de renten en revenuen, alleen bij vooroverlijden van de echtgenote van neef Johannes mag er eerder betaald worden.
Zij moeten alle kosten, reparaties, het brandvrij houden en eventuele wanbetalers zelf opvangen.
Het lijk moet worden afgelegd door barbier Klunk en zijn naasten buurman van den Berg, voor ieder een gouden vijfgulden stuk.
De dienst door drie bedienaren, waaronder als Vrijman de bedienaar G. Bordewijk, begravenis op een deftige burgelijke wijze, bloedverwanten en erfgenamen geene uiterlijke teekenen van rouw over zijn overlijden zullen mogen dragen. Het Huis moet verkocht worden en de billetten gedrukt bij Mej. de weduwe Pieter van Waesberge in de Houttuin.
Executeur en de administratie zijn goede vriend Jan Verboom, Leendetszoon, Mr Timmerman in de Oppert en zijn nicht Mej. Jacoba Okhuisen, dochter van zijn broeder Johannes voor f 150,-- ieder.
Op 17 Augustus 1842 aanvulling bij dezelfde Notaris met de Expressie bepaling over de termijn van 20 jaar.
Is ook bekend als Jan Hendrikzn Ockhuijsen. Hij was staat als Sayethandelaar ( handel in garen en band) bekend, maar heeft ook een periode ondersteuning van het armenbestuur en is dan sjouwer na 6.10.1771 in sayethandelaar, sjouwer.
15. Maria8 Okhuijsen (Hendrik7, Jacob6Okhuysen, Heijndrickus5, Heijndirk4Ockhuysen, Jan3, Claes2, Laurens1) is geboren voor 8.2.1761 in Haastrecht. Zij was getuige bij de doop van Maria Okhuijsen op 8.2.1761 in ned. ger., Haastrecht. Hij/zij was een getuige op een onbekende persoon en een onbekende persoon 's huwelijk in Haastrecht op 23.11.1789. Hij/zij was een getuige op een onbekende persoon en een onbekende persoon 's huwelijk in Bloemendaal/Gouda op 19.2.1795. Zij and Lambert Swaneveld obtained a marriage license op 10.5.1801 in Op ackte van betoog van Bloemendaal, Gouda. Hij/zij was een getuige op een onbekende persoon en een onbekende persoon 's huwelijk in Bloemendaal/Gouda op 24.5.1801. Hij/zij was een getuige op een onbekende persoon en een onbekende persoon 's huwelijk tussen 1802 en 1823. Zij overleed op 18.3.1830 in huis letter O nr 113, Overschie.
Er waren geen kinderen van Maria8 Okhuijsen en Jacob Groen.
Kinderen van Maria8 Okhuijsen en Dirk van der Hoeven waren:
Per 19.1.1794 is ook bekend als Lambertus zoon van Maria Okhuisen. Over hoe het deze Lambertus verder is vergaan tasten wij nog in het duister.
Er waren geen kinderen van Maria8 Okhuijsen en Lambert Swaneveld.
Er waren geen kinderen van Maria8 Okhuijsen en Arie van Gent.
16. Jacob8 Okhuisen (Hendrik7Okhuijsen, Jacob6Okhuysen, Heijndrickus5, Heijndirk4Ockhuysen, Jan3, Claes2, Laurens1) is geboren voor 19.5.1765. Hij werd gedoopt op 19.5.1765 in Gereformeerde kerk, Haastrecht. Hij trouwde Elisabeth Eijer, dochter van Jan Hendrik Hoier en Geertruyda Anna Noordbroek, op 17.3.1799 in Voorburg. Hij overleed op 4.4.1832 in Lommerstraat 84, Rotterdam.
Is ook bekend als Jacob Okhuisen. Hij Hij krijgt een Pro Deo akte van Indemniteit op Waddinxveen, doch in tegenstelling tot zijn broeders in de finale admissie te Rotterdam. Toevallig vond ik hem terug in Voorburg, waar hij op 17 maart 1799 (ot i maart) in het huwelijk treedt met Elisabeth Eijer, Rooms Katholiek gedoopt als Heijer te Kralingen op 8 december 1768 (getuige Antje Pelkman, en overleden in Rotterdam in het Pest- en Dolhuis aan de Hoogstraat op 20 october 1828.Zij was een dochter van Jan Hendrik Hoier (H)Eye(r), een baggerman en bovenlander (een benaming voor de toenmalige gastarbeiders, voornamleijk uit de Duitse gebieden, die op 14 juni 1760 met een akte inmeniteit in Kralingen komt uit Mellinghausen. Mellinghausen ligt op 7 km van Solingen in het graafschap Diepholz bij Hannover in Neder Saksen, hij is Luthers met de Rooms Katholieke Geertruyda Anna Noordbroek. Jan Hendrik word als Peyen, ban de armen begraven te Kralingen op 22 aug 1772, waar Geertruide Anna vandaan komt, waar zij naar toe gaaten wanneer zij huwen is t.o.h. onopgelost. Elisabeth was de schrijfkunst niet machtig en daar er in 1828 geen pest heerste in Rotterdam moeten wij aannemen, dat Maria dol(gek) was. Jacob heeft regelmatig ondersteuning van het Armenbestuur. Hij werkt als koornmolenaarsknecht, is opeerman en wellicht rond 1809 werkzaam in de nieuw opgerichte margarinefabriek bij Zegwaard (Zoetermeer).Doordat hij regelmatig een beroep doet op de armenkas zal hij zijn kerkelijke verplichtingen wel na moeten komen en hij doet, in ieder geval met Pasen 1826, Nederlands-Hervormd ( na 1816 de nieuwe benaming voor de Nederlandsch-Gereformeerde Kerk ) belijdenis in Rotterdam en staat geboekt als lidmaat. Jacob overlijdt in het huis van zijn oudste zoon Jacob in de Lommerstraat 84 op 4 april 1832 op 16.3.1797. Op voor 14.6.1799 Jacob Okhuisen woonden Rotterdam.
Kinderen van Jacob8 Okhuisen en Elisabeth Eijer waren als volgt:
Hij is 1 el, 7 palm 4 duim, bruin haar en blauwe ogen, met een smal gezicht en grote mond en neus. Hij was (onbekend) na 1809 in sjouwer. On na 5.1.1831 zijn name was legally changed to Johannes Lambertus Ockhuizen. Hij was (onbekend) voor 17.7.1876 in schoenmaker.
17. Hendrik9 Okhuyzen (Jacob8Okhuisen, Hendrik7Okhuijsen, Jacob6Okhuysen, Heijndrickus5, Heijndirk4Ockhuysen, Jan3, Claes2, Laurens1) is geboren op 6.9.1812 in Langebaanstraat 191, Rotterdam, Departement aan de monden van de Maas. Hij trouwde Loise Jeanette Buytenkamp op 22.3.1843 in akte van armoede, in wijk C, Rotterdam. Hij overleed op 13.7.1897 in Stadsarmenhuis, Schiedamsedijk 245, Rotterdam, jaar oud 84.
Met Hendrik Okhuijsen, geboren als eerste van een tweeling, zakt het eens zo trotse geslacht wel naar een dieptepunt. Als de tweeling geboren wordt is het Koninkrijk Holland, onder de "goede" koning Lodewijk-Napoleon reeds opgeheven en zijn deze gewesten Franse departementen geworden, genoemd naar de rivieren die erdoor stromen. De stad Rotterdam heeft zelfs een toevoeging aan het stadswapen, t.w. 3 gouden bijen ( uit het familiewapen van Napoleon) in keel (rood) boven het oude stadswapen, een eer die in de voormalige Nederlandse gebieden allen met Amsterdam en 's Grqavenhage wordt gedeeld. Hendrik word dus Nederlands-gereformeerd gedoopt en gaat door het leven als sjouwer en verversknecht. Hij timmert niet zo hoog, is de enige uit de stamreeks die zijn namm niet kan schrijven, wordt al vroeg weduwnaar, en is een regelmatige klant van het armenhuis. (o.a. tussen 1850 en 1862) en het zwakzinnigengesticht. (o.a 1869) (erfenis van zijn moeder?) Ruim voordat hij op 13 july 1897 in het Stadsarmenhuis aan de Schiedamschedyk het moede hoofd neerlegdt, trouwt hij op 22 maart 1843, met akte van armoede, in wijk C van Rotterdam met Louise Jeanette Buytenkamp, een dochter van Christoffer Buytenkampeen verver en later pakhuisknecht, en Marie Madelaine Ubens, zij was geboren in Rotterdam in een huis aan de Boompjes wijk A119 op 12 maart 1809 en gedoopt (ned.ger.) te Rotterdam in de Groote kerk op 14 maart 1809 met als getuige Jeanette Louise Ubens. Reeds op 20 december 1850 overlijdt zij in het nieuwe Stadsziekenhuis van Rotterdam aan de Coolsingel no 323.
Hij was (onbekend) voor 1897 in sjouwer, verversknecht.
Kinderen van Hendrik9 Okhuyzen en Loise Jeanette Buytenkamp waren als volgt:
18. Elisabeth Maria10 Okhuizen (Hendrik9Okhuyzen, Jacob8Okhuisen, Hendrik7Okhuijsen, Jacob6Okhuysen, Heijndrickus5, Heijndirk4Ockhuysen, Jan3, Claes2, Laurens1) is geboren op 29.5.1837 in Vissersdijk D 250 of 256 Nederlands Hervormd, Rotterdam. Zij overleed op 3.7.1887 in Coolsingel, Rotterdam, jaar oud 50.
Per 8.9.1861 is ook bekend als Maria Elisabeth Ochuise.
Kinderen van Elisabeth Maria10 Okhuizen en een onbekende partner waren:
19. Hendrik10 Okhuijsen (Hendrik9Okhuyzen, Jacob8Okhuisen, Hendrik7Okhuijsen, Jacob6Okhuysen, Heijndrickus5, Heijndirk4Ockhuysen, Jan3, Claes2, Laurens1). Hendrik was born in Rotterdam Zalmhaven C398 op 20.10.1843; Hendrik OKHUYZEN wordt geboren 20 oktober 1843 in Rotterdam op het adres Zalmhaven C398 bij de aangifte wordt de naam ook weer zonder puntjes op de ij geschreven en is o.a. ene Caspaer Mosmans aanwezig. Deze achternaam komen wij bij het volgende geslacht opnieuw tegen. De vader is niet aanwezig bij de aangifte wegens "ongesteldheid." Hij married Maria Dekker in Rotterdam op 3.2.1869. Hij overleed op 11.2.1918 in Schooterbosstraat 53 b, Rotterdam, jaar oud 74. Hij is begraven na 11.2.1981 in graf 451, Rotterdam.
Hendrik is Nederlands-Hervormd. Op 31.7.1857 Hendrik Okhuijsen woonden T V Kaap de Hoop (veenkolonie? Op na 1867 Hendrik Okhuijsen woonden Rotterdam. Hij was (onbekend) voor 1878 in loop/suikerraffinateursknecht. Hij was (onbekend) in 1878 in mouter. Hij was (onbekend) in 1880 in sjouwer. Hij was (onbekend) in 1883 in suikerbakkersknecht. Hij was (onbekend) in 1885 in stoker. Hij was (onbekend) in 1891 in werkman. Met recht 12 ambachten en dertien ongelukken. Regelmatig woont hij in in het Stad- en Armhuis aan de Schiedamsedijk 626.
Kinderen van Hendrik10 Okhuijsen en Maria Dekker waren als volgt:
20. Willem Hendrik11 Okhuijsen (Hendrik10, Hendrik9Okhuyzen, Jacob8Okhuisen, Hendrik7Okhuijsen, Jacob6Okhuysen, Heijndrickus5, Heijndirk4Ockhuysen, Jan3, Claes2, Laurens1). Willem was born in Rotterdam Goudscheweg 3 op 30.1.1872; Willem Hendrik OKHUIJZEN is geboren te Rotterdam aan de Goudscheweg No.3 op 30 januari 1872. Hij was het 2e kind met die naam. Hij married Anna Maria Pieternella Leautaud in Rotterdam akte 90 op 27.1.1904. Willem died op 29.9.1918 in Rotterdam kievitstraat 19 jaar oud 46. Overleden te Rotterdam, zeven maanden na zijn vader, op 29 september 1918 in de Kievitstraat 19.
Hij began military service op 14.5.1892; nominaal ingelijfd. Op 11.5.1898 Willem Hendrik Okhuijsen woonden Leautaud, Kievitstraat 2. In 1899 staat hij als drukkersknecht geboekt, doch daarna is hij voornamelijk los werkman en expediteursknecht, Hij is voor de militaire dienst nominaal ingelijfd van 14 mei 1892 - 13 mei 1899 en komt op 11 mei 1898 uit Borneo (Martapoera) inwonen in de Kievitstraat 2 bij Leautaud. Hij ended military service op 13.5.1899.
Kinderen van Willem Hendrik11 Okhuijsen en Anna Maria Pieternella Leautaud waren als volgt:
Zij was (onbekend) in chocoladefabriek van Driessen, om de hoek aan de Rechter Rottekade. Theo heeft Marie Okhuijzen nog gekend, en ging regelmatig met zijn grootmoeder bij haar koffiedrinken aan de Rechter Rottekade.
21. Hendrik11 Okhuijsen (Hendrik10, Hendrik9Okhuyzen, Jacob8Okhuisen, Hendrik7Okhuijsen, Jacob6Okhuysen, Heijndrickus5, Heijndirk4Ockhuysen, Jan3, Claes2, Laurens1). Hendrik was born in akte 4565, Rotterdam Goudscheweg, op 9.10.1880. Hij married Helena Pieternella Gelderblom in Rotterdam op 23.4.1902. Hendrik died op 11.5.1949 in Rotterdam Proveniersstraat 62 jaar oud 68.
Hij ended military service in 1900; Hij is vrijgesteld van de de lichting van 1900 wegens broederdienst met lot 2305. Hij was (onbekend) voor 1902 in winkelbediende. Hij was (onbekend) in 1902 in pakhuisknecht, magazijnbediende, pakhuisbaas. Op 23.4.1902 Hendrik Okhuijsen woonden Kievitstraat 2, Rotterdam.
Kinderen van Hendrik11 Okhuijsen en Helena Pieternella Gelderblom waren als volgt:
22. Maria Louisa Jeanette11 Okhuijsen (Hendrik10, Hendrik9Okhuyzen, Jacob8Okhuisen, Hendrik7Okhuijsen, Jacob6Okhuysen, Heijndrickus5, Heijndirk4Ockhuysen, Jan3, Claes2, Laurens1). Maria was born in akte 4772, Rotterdam Goudseweg, op 1.10.1885. Zij married Everadus Antonius Wannet in acte 408, Rotterdam, op 7.3.1906. Zij overleed aft 7.1931 in Rotterdam?
Kinderen van Maria Louisa Jeanette11 Okhuijsen en een onbekende partner waren:
Er waren geen kinderen van Maria Louisa Jeanette11 Okhuijsen en Everadus Antonius Wannet.
23. Johannes12 Leautaud Okhuijsen (Willem11Okhuijsen, Hendrik10, Hendrik9Okhuyzen, Jacob8Okhuisen, Hendrik7Okhuijsen, Jacob6Okhuysen, Heijndrickus5, Heijndirk4Ockhuysen, Jan3, Claes2, Laurens1). Johannes was born in Rotterdam Fredrikstraat 108a op 2.3.1898; Johannes LEAUTAUD werd op 2 maart 1898 geboren in Rotterdam in de toen nieuwe Frederikstraat op het nummer 108a, waarschijnlijk werd hij ook rooms katholiek gedoopt. Hij married Annigje Pieternella "Anna" Buijs op 26.7.1922. Op 26 juli 1922 moest hij trouwen met Annigje Pieternella BUIJS. Johannes was divorced from een onbekende persoon op 8.12.1932; Het huwelijk van Johannes Okhuijzen en Anna Buijs werd officieel ontbonden op 8 december 1932 nadat zij hem alleen had gelaten met medeneming van alle roerende goederen, behalve zijn opgemaakte bed en de wekker, die zij wel had afgesteld, zodat hij zich niet zou verslapen. Hij married Elsje van der Meer op 29.5.1945. Johannes died op 28.3.1960 in Rotterdam Spangesekade 1960 jaar oud 62.
Van beroep was hij bakker bij de bakkerij aan de Hofdijk, maar na het faissement van deze firma werd hij in 1942 medewerker bij het Gemeentelijk Gas Bedrijf, later werkte hij aan de Keilehaven. In 1955 hij afgekeurd en had een weekloon van fl 62,07 met een continutoeslag van fl 7,76. In 1904 werd hij bij het huwelijk van zijn moeder met Willem Hendrik Okhuijzen, net als zijn zusje Marie, door deze erkend en zij kregen dus de naam Okhuijzen. Toch zijn er gerede twijfels of deze kinderen inderdaad van Willem Hendrik waren gezien het moment van zijn terugkomst uit het toenmalige Nederlandsch-Indië. Mijn vader was nog erg jong toen zijn moeder Johannes achterliet in de Rakstraat en opnieuw bij haar ouders introk. Er gaan twee versies, die helaas niet meer te traceren zijn, hoe vader en zoon elkaar hebben ontmoet. Beide spelen in de oorlog. Het ene verhaal zegt dat bij het uitreiken van de Persoonsbewijzen, toen de letter O aan de beurt was, zij bij elkaar stonden. Het andere verhaal wil dat mijn vader bij "The Rising Hope" speelde (de voetbalvereniging van Van Nelle) en zijn legitimatiebewijs moest tonen, waarop de controleur vroeg of hij een zoon was van Anna Buijs. Bij bevestiging hiervan zei de man: "In dat geval ben ik je vader"! Het contact werd tot ongeveer 1948 vastgehouden. Daar wij inwoonden op het Noordplein 8 en hij om de hoek in de Kievitstraat 19 woonde, was dat niet zo moeilijk. Na onze verhuizing naar de Crooswijksestraat werd het contact, mede door toedoen van mijn Oma verbroken. Volgens zijn neefje Gerard Mosmans, die voor een stuiver zijn fiets schoonmaakte en hem zijn lunch bracht tussen de middag was het een wat onverschillige man die niet van boorden hield, maar wel van vissen en een pilsje. Hij had een papegaai en twee honden, een herder met de naam Wolf en "een nog grotere" met de naam Jan. Hij was erg trots op z'n neef Jan Mosmans, die zeker naar hem vernoemd was. Helaas overleed Gerard Mosmans vrij spoedig na onze eerste ontmoeting nog wel met de mededeling dat hij me nog zoveel te vertellen had. Gelukkig wist hij de man op mijn fotootje alsnog te identificeren als zijnde zijn "Ome Jan" in casu mijn grootvader. Tijdens de crematie van Gerard wisten sommigen zich inderdaad mijn grootvader te herinneren, maar veel meer dan dat "Oma Lootoo" tussen haar huwelijken iets had gehad met een Joodse man wist men mij niet te vertellen. Johannes was adopted in 1904; In 1904 werd hij bij het huwelijk van zijn moeder met Willem Hendrik Okhuijzen, net als zijn zusje Marie, door deze erkend en zij kregen dus de naam Okhuijzen.
Kinderen van Johannes12 Leautaud Okhuijsen en Annigje Pieternella "Anna" Buijs waren:
Er waren geen kinderen van Johannes12 Leautaud Okhuijsen en de onbekende partner hierboven genoemd.
Er waren geen kinderen van Johannes12 Leautaud Okhuijsen en Elsje van der Meer.
24. Marinus12 Okhuijsen (Hendrik11, Hendrik10, Hendrik9Okhuyzen, Jacob8Okhuisen, Hendrik7Okhuijsen, Jacob6Okhuysen, Heijndrickus5, Heijndirk4Ockhuysen, Jan3, Claes2, Laurens1). Marinus was born in Rotterdam op 4.10.1905. Hij married Wilhelmina Cornelia Timmerman in Rotterdam op 2.11.1927. Marinus died op 19.3.1994 in Schiedam jaar oud 88.
Hij was (onbekend) in electromonteur.
Kinderen van Marinus12 Okhuijsen en Wilhelmina Cornelia Timmerman waren als volgt:
25. Willem Hendrik13 Okhuijzen (Johannes12Leautaud, Willem11Okhuijsen, Hendrik10, Hendrik9Okhuyzen, Jacob8Okhuisen, Hendrik7Okhuijsen, Jacob6Okhuysen, Heijndrickus5, Heijndirk4Ockhuysen, Jan3, Claes2, Laurens1). Willem was born in Rakstraat 27 Rotterdam op 27.11.1922; Willem Hendrik OKHUIJZEN, geboren te Rotterdam in de Rakstraat op 27 november 1922, werd opgevoed in het huis van zijn grootouders in de Rusthoflaan 8. Hij married Adriaantje Johanne de Neef op 24.10.1945. Mijn ouders trouwden dus op mijn moeders 20e verjaardag omdat ik reeds onderweg was. Ik ben dus Theodorus Johannes Okhuijzen, die net als zijn vader de naam als Okhuyzen schreef, maar naar aanleiding van de familieonderzoeken gebruik ik de laatste tijd de zg. lange ij en zet dus keurig de puntjes op de ij. Willem died op 11.10.1984 in thuis jaar oud 61; Hij overleed thuis in de 1e Reserveboezemstraat 18c op 11 oktober 1984, 3 dagen nadat hij grootvader was geworden. Hij was cremated in Hofwijk op 16.10.1984; Bij de crematie op Hofwijk, de 16e oktober, was het een ware manifestatie van de wielerwereld. Van heinde en verre was men gekomen en een groot gedeelte moest buiten blijven staan.
Hij deed aan wielrennen en bij gebrek aan materiaal ging hij in de oorlog voetballen. Bij de razzia in 1944 werd hij naar Amersfoort gestuurd en begin mei 1945 kwam hij terug. Eerst werkte hij als fietsenmaker bij de firma Van Dijk aan de Aelbrechtskade, maar kon later "voor een half jaar " aan de slag bij de firma Croon & Co, eerst als magazijnbediende, later electromonteur. Hier heeft hij, weliswaar ternauwernood, zijn 25 jarig jubileum kunnen vieren. De laatste jaren was hij afgekeurd, maar gaf jeugdtrainingen en organiseerde mini-tour de Frances bij de RWC Ahoy'. De andere dagen ging hij met mij mee naar de wielerbanen Sloten, Oudenbosch en Schiedam waar hij zijn racefietsen verhuurde aan jeugdwielrenners. In de winter stond zijn verzameling (106 stuks) in het sportpaleis Ahoy' in Rotterdam voor hetzelfde doel. Hij overleed thuis in de 1e Reserveboezemstraat 18c op 11 oktober 1984, 3 dagen nadat hij grootvader was geworden.
Kinderen van Willem Hendrik13 Okhuijzen en Adriaantje Johanne de Neef zijn:
26. Theodorus Johannes "Theo"14 Okhuijsen (Willem13Okhuijzen, Johannes12Leautaud, Willem11Okhuijsen, Hendrik10, Hendrik9Okhuyzen, Jacob8Okhuisen, Hendrik7Okhuijsen, Jacob6Okhuysen, Heijndrickus5, Heijndirk4Ockhuysen, Jan3, Claes2, Laurens1) is still living.
Er waren geen kinderen van Theodorus Johannes "Theo"14 Okhuijsen en Meri Ivanova Georgieva.
Kinderen van Theodorus Johannes "Theo"14 Okhuijsen en Plona Johanna Doornhein zijn:
Er waren geen kinderen van Theodorus Johannes "Theo"14 Okhuijsen en de onbekende partner hierboven genoemd.
Er waren geen kinderen van Theodorus Johannes "Theo"14 Okhuijsen en Sonia Assenova Petkova.